zondag 29 april 2012

Ploegsteert

Het moet in 2006 2007 geweest zijn. Ik kende Sofie enkel als Rockstarbaby, haar nickname op een forum. Net als Jozefien, die een nickname had die ik mij zelfs niet meer herinner. Maar van een ander forum was. Met hen (en Pieter, het lief van Jozefien) had ik afgesproken om naar Dranouter Aan Zee te gaan. Goed gelachen die dag, veel meegezongen, veel gepraat. Ik weet nog dat Yevgueni er was, en De Dolfijntjes.
Ergens in het begin van de dag was er in de kleine tent een voor mij onbekend groepje, met een beetje een rare naam: 'Het Zesde Metaal'. Toen heb ik niet echt opgelet, ze waren meer een achtergrondgeluid.

Maar nu verdienen ze al mijn (en uw) aandacht. Nadat zowel i. als lilith al vol lof waren over het nieuwe album, kan ik maar enkel hetzelfde gevoel delen. Met 'Ploegsteert' is er een plaat afgeleverd die u bij uw keel pakt en een tijd niet meer loslaat. Wannes Cappelle gooit zijn ziel voor u open. Je luistert, laat uw mond openvallen en ge moogt u al eens een oog uitbleiten. Het zal u vergeven worden, wees dat maar zeker. Een cd die melancholie ademt, die vanaf minuut één garanti een krop in de keel veroorzaakt. En dan nog gezongen in het mooiste, sappigste West-Vlaams dat u ooit hoorde.

Neem het van mij aan: koop die cd. En laat u inpakken door de warmte en de koude tegelijk.


donderdag 19 april 2012

Sfeer op een brug.


De voordelen van een geweldige sfeer op het werk, deel 1:
Tijdens de middagpauze (we eten allemaal samen) moet je zeker geen lectuur meenemen. Ik laat me nog steeds vangen door met m'n boek richting tafel te sloffen, in de hoop een aantal pagina's te kunnen verslinden. Vergeet het. Tijdens het verorberen van de boterhammen worden er gesprekken gevoerd. En de onderwerpen die daar aan bod komen zijn niet gering. Op één middag is het mogelijk dat zowel de politieke situatie in België als de situatie van de gemiddelde neger besproken wordt. En seks, uiteraard. Wat zou een boterham met kaas zijn als er niet over seks gesproken kan worden?
Tijdens zo'n middagpauze viel het gesprek op televisie-series. Dankzij collega K. Of iemand 'The Bridge' gezien had? Of zoals het origineel heet: 'Bron|Broen'. Niemand, zo bleek. Behalve Nel, die enkel de eerste aflevering gezien had, maar het wel de moeite vond. Een klein verslag van de inhoud volgde, waarna de helft van de collega's al kwijlend verlangde naar het vervolg.


De voordelen van een geweldige sfeer op het werk, deel 2:
Collega's hebben die zo'n series dan blijken gekocht te hebben op DVD, en zich niet te beroerd voelen om die uit te lenen. Eerst aan Nel, zij had tenslotte de eerste aflevering al gezien. Toen die nog enthousiaster dan ze normaal is vertelde over de serie, was ik maar al te blij dat ik de DVD's in mijn handen kreeg.

Ik zit nu aan aflevering 3, en het is geniaal. Het verhaal an sich is een klassieker: er wordt een lijk gevonden, men zoekt de moordenaar. Het lichaam licht echter in het midden van de Øresundbrug, de verbinding tussen Zweden en Denemarken. Een samenwerking dringt zich op, maar blijkt niet makkelijk.
Wat echter het meest aanspreekt, zijn de acteerprestaties. En dan voornamelijk die Sofia Helin, die de rol van Saga op zich neemt. Ze speelt een rechercheur die weinig empathie vertoont, haar gevoelens niet tot uiting laat komen. Wat een geniale actrice, die de hele serie nog een trap hoger tilt dan ze al is.

Laat het een hint zijn. Dit moet u gezien hebben. (Nog voor de Britse remake er komt, waarbij het lijk gevonden wordt in de Eurotunnel. Want dan kan u tegen uw vrienden zeggen dat u het origineel zag. En mij bedanken, mits een gulle schenking.) Want dan kan ik op reis, naar Zweden of Denemarken.
En laat u betoveren door de muziek:


dinsdag 10 april 2012

De stad


Vrijdag belde m'n broer me op. Of ik hem de zaterdag wat wou helpen, met wat kleine klusjes. Geen enkel probleem. Behalve er geraken, want mijn auto moest naar de garage. Maar ook dat werd opgelost, de broer ging me daar wel oppikken.

Zaterdag zet ik mijn auto af aan de garage en begin ik mijn taxi maar tegemoet te gaan. Een wandeling langs een straat die enkel toegankelijk is voor plaatselijk verkeer. Quasi geen auto's en rondom enkel maar velden, met hier en daar de obligate koe. Een korte trip die in mijn hoofd veel langer werd.
Want ik begon te denken wat voor een verschil deze omgeving eigenlijk wel niet is met deze van een stad. Hoe bepaalde mensen enkel kunnen aarden in de hectiek die zo'n grootstad biedt en anderen ervan walgen en tegelijk hunkeren naar de openheid van de velden en de geur van gras. Of mest, maar dat is viezer.

En toen dacht ik terug aan mijn avonturen in Gent. Hoe ik daar op kot zat en op mijn gammele fiets (zonder remmen, zoals driekwart van de fietsen daar) moest laveren tussen alle mensen die in de winkelstraat liepen. Hoe ik stiekem genoot toen ik 's nachts te voet door de stad liep en die bijna doods aanvoelde. Maar tegelijk ook niet, want je voelde dat er iets leefde achter de muren en in de talrijke cafés. Hoe de stad me alles bood wat ik maar wou. Alles en iedereen dichtbij, een gevoel van geborgenheid.
Maar hoe ik evenzeer blij was toen ik in het weekend naar huis kon. Waar enkel de tractoren en de stilte me uit m'n slaap hielden. Waar ik kon ademen. Waar geen enkel verkeerslicht te zien was. Waar ik op café enkel bekenden tegenkwam. Dezelfde mensen die ik de dag ervoor ook op café zag, en de dag erna ook wel ergens ontmoette.

Ik weet het niet. Eigenlijk zou ik nu en dan eens in een stad willen wonen, maar toch denk ik dat ik elke keer zou terugvallen op het vertrouwde platteland.
Of ik moet twee huizen kopen. Als ik de lotto win misschien. Als ik daar ooit aan zou deelnemen.

zondag 8 april 2012

Mokiedekirierzeg.


Deze week een gesprek op het werk met Nel, collega en topwijf tout court. Over schrijven. Over bloggen. Want zij doet dat, en nog verdomd goed ook (check het maar, bij de links. Zij is de Uffra). Waarna ik opperde dat ik ooit, in een ver verleden, ook nog geblogd had.
De afdeling research in mezelve zag er een uitdaging in en ging meteen op zoek naar de overblijfselen van mijn epistels. En vond die ook, jammer genoeg. Want ik bleek in 2004 (toen was een blog nog HOT) nog niet echt met dingen bezig te zijn waarmee ik nu bezig was. Met andere muziek, met veel linkjes en immens veel emotionele shit ook. Edoch, dat terzijde.

Ik vertelde dat ik eigenlijk opnieuw een blog moest beginnen, omdat ik soms de nood ervaar om iets van me af te schrijven. Om te kunnen vertellen over iets dat me opvalt, iets waarmee ik worstel, iets wat mij immens irriteert. En geloof me, dat gebeurt regelmatig. Ik kan een boek vullen met dingen die ik irritant vind. Maar dat ga ik niet doen, want dat boek gaat niet verkopen en dat is dan weggesmeten geld enal. Tja, de crisis, hij slaat keihard toe ten huize Hooch.

En zodoende heb ik dit maar aangemaakt. Het zal wellicht door niemand gelezen worden en veel Pullitzers zal ik er ook niet voor krijgen. Maar hey, wat maakt het uit? Misschien is alleen al de gedachte dat ik al mijn schrijfsels binnen acht jaar opnieuw zal lezen (en in de grond zal zakken van schaamte) al voldoende om hier werk van te maken.